Mini Mavericks
Vragen over Wetenschap

Vragen over Wetenschap

Wifi (of eigenlijk Wi-Fi) is niet door één persoon bedacht, maar het resultaat van veel onderzoek en uitvindingen samen. Een aantal mensen en momenten speelden daarin een belangrijke rol:

Hedy Lamarr (1940): in de Tweede Wereldoorlog bedacht deze vrouw samen met een componist een manier om radiogolven zo te manipuleren dat vijanden ze niet konden verstoren. Dit idee, ook wel frequency hopping genoemd, zou later de basis zijn voor draadloze technologieën zoals wifi.

John O’Sullivan en het CSIRO team (1990s): Australische onderzoekers ontwikkelden een technologie om draadloze signalen betrouwbaar over te brengen, gebasseerd op Hedy’s idee. Dankzij deze ontdekking, konden radiogolven nu ook door muren en plafonds gaan.

Cees Links (1991): Deze Nederlander kwam als eerste op het idee om apparaten en computers met elkaar te verbinden doormiddel van draadloze netwerken (gemaakt van radiogolven). Dus eigenlijk wat wifi nu doet: het draadloos verbinden van jouw computer, telefoon of ipad met apparaten elders in de wereld.

Vic Hayes (1997): nu komen we bij de laatste schakel. Wederom een Nederlander, die ook wel de vader van wifi wordt genoemd. Cees zijn idee was namelijk super, maar het was een probleem dat nog niet alle apparaten dezelfde taal spraken. Vic bedacht hiervoor een zogenaamd standaardprotocol dat tot op de dag van vandaag de basis vormt voor alle wifi-netwerken op de wereld.

Dus eigenlijk is wifi een Nederlandse uitvinding? Dat mag je gerust zeggen. Maar we moeten wel erkennen dat die uitvinding nooit gedaan had kunnen worden zonder de uitvindingen van mevrouw Hedy Lammarr en meneer John O’Sullivan.

Glitters. Wie is er niet dol op. Kleine glanzende, glimmende stukjes materiaal die sprankelen en, nou ja, glitteren dus. Maar wat is glitter?

Als je in het woordenboek kijkt wordt je niet veel wijzer: iets fonkelends of glamour. Dat kan beter!

Materiaal: glitter wordt vaak gemaakt van plastic, metaal of folie. Het kan allerlei kleuren hebben en ik meestal heeeeel klein: soms maar een paar millimeter groot.

Werking: glitter heeft mini vlakjes die licht terugkaatsen, net zoals een spiegel. Daardoor lijkt het alsof het fonkelt en glinstert als het beweegt of als er licht op valt.

Voordelen: het ziet er leuk uit en je kan het voor vanalles gebruiken, van knutselen tot makeup en feestjes.

Nadeel: het is vreselijk moeilijk om op te ruimen en gaat in de kleinste hoekjes en naadjes zitten! Ook minder, is dat glitter dus vaak wordt gemaakt van plastic en dus slecht is voor het milieu als het in de natuur terecht komt.

Dat zou cool zijn! Een tijdmachine om mee terug te gaan naar de dinosauriers, of naar de tijd van ridders en princessen, of misschien wel nóg verder naar vóór de oerknal!

Maar helaas. Een tijdmachine bestaat niet… nog niet tenminste!
Volgens Albert Einstein’s Relativiteitstheorie is tijd niet overal hetzelfde. Als je bijvoorbeeld supersnel reist, bijna zo snel als het licht, gaat de tijd voor jou iets langzamer dan voor iemand die stilstaat. Dat is een soort van tijdreizen naar de toekomst. Al is het verschil in tijd iniemieni klein, en hebben we ook nog niet ontdekt hoe een mens met de snelheid van het licht kan gaan. De snelheid van het licht is namelijk 300.000 kilometer per seconde. Dat is best wel heel erg snel…

Maar hé, het kan een begin zijn van iets dat ooit gaat komen!

Daar is een lang en een kort antwoord op. Het korte antwoord is: lijm droogt pas op als het in contact komt met lucht. In een potje of tube komt (als je ‘m goed dichtdraait) bijna geen lucht. Daardoor blijft lijm nat en vloeibaar, en wordt ie niet hard.

Daarbij zijn de wanden van zo’n potje of tube heel glad en schoon. Lijm heeft een ruw oppervlak nodig om goed te kunnen hechten. Daarom blijft lijm vaak ook niet goed plakken op plastic.

En het lange antwoord? Die is iets ingewikkelder, maar wel leuk. Alles in de wereld bestaat uit kleine deeltjes die we moleculen noemen. Lijm ook. De lijm moleculen zijn opgelost in water. Op het moment dat je iets gaat lijmen, trekt het water dat in de lijm moleculen zit in hetgeen je gaat lijmen.
De tubes en potjes waar lijm in zit, zijn meestal gemaakt van aluminium of plastic. Die absorberen geen water. De lijm moleculen blijven daardoor lekker in hun water dobberen, en krijgen niet te kans om te gaan plakken. Wel goed de dop erop doen!

Ten eerste is het natuurlijk super fijn dat ie in de lucht blijft en niet naar beneden stort! Maar hoe zit dat dan precies?

Daarvoor moeten we eerst kijken wat lucht is. Je ziet het niet, je hoort het niet en je ruikt het niet (tenzij iemand een scheet heeft gelaten), maar toch is het overal om je heen: lucht. En lucht is constant in beweging, ook als je daar niks van merkt. Lucht drukt namelijk alle kanten op. Het wil altijd ergens heen. Naar boven, naar beneden, naar links, naar rechts, schuin.

Precies die luchtdruk, maakt dat een vliegtuig in de lucht blijft. De vleugels van een vliegtuig hebben namelijk een speciale vorm die gebruik maakt van luchtdruk: de bovenkant is een beetje bol waardoor lucht daar snel overheen stroomt, en de onderkant is plat waardoor de lucht daar minder snel langs stroomt. Hierdoor ontstaat boven de vleugel een lage druk, en onder de vleugel een hoge druk. Als een vliegtuig snel genoeg gaat, wordt het verschil in die lage druk en hoge druk zo groot dat de hoge druk onder de vleugels het hele vliegtuig omhoogduwt.

Alles in de wereld is gemaakt van iets, dat weer gemaakt is van iets, dat weer gemaakt is van iets. Maar wat is dan dat allerkleinste iets waar alles van gemaakt? Goeie vraag. Waar we een antwoord op hebben!

Alles om ons heen is gemaakt van moleculen. Moleculen zijn gemaakt van atomen. Atomen zijn weer gemaakt van protonen, neutronen en elektronen, en protonen en neutronen zijn op hun beurt weer gemaakt van quarks. En daar houdt het vooralsnog op. Quarks zijn op dit moment de kleinste dingen die we op deze wereld kennen.

Zijn quarks dan niet weer op te delen in nog kleinere dingen? Wie weet! Maar op dit moment hebben we niet de kennis en technologie om dat uit te zoeken.

Wifi. Wat zouden we zonder moeten. Maar waar komt dat woord vandaan, wifi, en wat betekend het eigenlijk? Wifi is een verbastering van Wi-Fi, de officiele naam van draadloos internet. Wi-Fi staat voor Wireless Fidelity, en is in 1999 is bedacht door een reclamebureau. Eigenlijk is het niet meer dan een merknaam. Helaas, we kunnen het niet spannender maken dan het is?

Het internet lijkt wel een oneindig web van kennis, weetjes, filmpjes en memes. Maar zit er eigenlijk een begin en een eind aan?

Voor het begin gaan we terug naar 1969, toen het eerste bericht over een netwerk was verzonden. De inhoud van dat bericht was, als je er nu op terugkijkt, niet heel spectaculair. Het waren namelijk maar 2 letters: lo. Het was de bedoeling dat ze het woord login zouden verzenden, maar na die eerste twee letters crashte het systeem. Oeps.

Toen kwam het internet. In 1989 Tim Berners-Lee maakte de allereerste website ter wereld, die ging over het World Wide Web-project zelf (www, snap je ‘m?). Over internet dus. Het leuke is dat je die allereerste website ooit nog steeds kan bezoeken, type dit maar eens over in je browser: https://info.cern.ch/hypertext/WWW/TheProject.html

Zelfs in de ruimte kan je hoge nood krijgen! En dan moet je toch echt naar de wc. Sowieso super lastig als je zo’n groot ruimtepak aan hebt. Maar zonder zwaartekracht wordt het helemaal een uitdaging! Zie je het al voor je, zwevende drollen? Jakkes!

Gelukkig voor de astronauten hebben slimme koppen daar goed over nagedacht. In een ruimsteschip of ruimtestation zitten namelijk speciaal ontworden toilettn. Deze hebben riemen, voetsteunen of zelfs een soort zadel waar de astronaut op de pot blijft zitten.

Omdat alles zweeft, gebruiken de toiletten ook zuigsystemene om de plas en kak gelijk, plop, op te zuigen zodra die de astronaut ‘verlaten’. Vervolgens wordt het goedje opgevangen in een zakje en daarna verbrand of bewaard om mee terug naar de aarde te nemen.

Een jakkes-feitje: soms wordt de plas van astronauten gerecycled tot drinkwater!

Het begin van internet, of in ieder geval van de eerste website, vinden we in 1989. In dat jaar maakte Tim Berners-Lee de allereerste website ooit, die ging over (tadaaa) het internet.

Sindsdien zijn er miljoenen (miljarden?) websites bijgekomen. Over minecraft, labubus, wc-borstels, met grappige filmjes, doodenge filmpjes, blogs, vlogs, en ga zo maar door. Dan vraag je je toch bijna af, zit er ook een eind aan? Houdt het ergens op? Dat is het onderzoeken waard.

Het internet is een wereldwijd netwerk van computers en apparaten die met elkaar verbonden zijn, via kabels, satellieten of wifi. Over de hele wereld staan apparaten (servers) die al die websites, apps en informatie opslaan. Deze servers kan jij bezoeken met je computer, telefoon of ipad om er informatie, filmpjes of spelletjes te bekijken en gebruiken.

Zie het internet als een gigantische onzichtbare snelweg waarop informatie van het ene apparaat naar het andere reist. En eindigt die weg? Nee. In principe niet. Het internet heeft geen vaste grens, omdat alles met alles verbonden is. Je kan het internet dus nooit 'uit' hebben.