Mini Mavericks
Vragen over Dieren

Vragen over Dieren

De ieniemienie kleine demodex mijt – ook wel wimpermijt genoemd - is het enige dier dat we kennen dat nóóit hoeft te poepen.

Sterker nog, hij heeft niet eens een bips om uit te poepen! In plaats daarvan slaat hij alle afval op in zijn lijf.

Dit beestje leeft maar zo’n 14 dagen voordat ie uiteindelijk uit elkaar knalt. Van de poep dus. Gatver! Ja, inderdaad gatver. Maar gelukkig voor ons merken we nooit iets van dit exploderende poep beest omdat ie zo ontzettend klein is!

Goed nieuws en slecht nieuws: Nee, je hond zal nooit mensentaal praten en jij nooit ‘honds’. Maarrrrrrr jij en je hond kunnen vanalles doen om elkaar te begrijpen! Hoe dan?? Dat doen we zo:

Geluiden: honden kunnen blaffen, janken, grommen en huilen. Door de toon aan te passen kunnen ze aangeven of er gevaar dreigt, dat ze honger hebben of willen spelen. Het grappige is dat wij mensen instinctief (met je gevoel) vaak begrijpen wat de hond bedoelt.

Lichaamstaal: door de oren plat te leggen, lippen op te trekken of te kwispelen met de staart geeft een hond aan dat hij bang is, boos of speels.

Gezichtsuitdrukkingen: wist je dat honden hun wenkbrauwen kunnen bewegen om gevoelens duidelijk te maken? Daardoor kunnen ze heeeeel zielig kijken, verrast of zelfs bezorgd.

Mensenstaal: je hond zal nooit gezellig terugpraten, maar je kan haar of hem wel woorden of commando’s leren zoals ‘zit’, ‘bal’ en ‘wacht’. Er zijn zelfs honden geweest die meer dan 1000 woorden hebben geleerd, maar dat is heel bijzonder. Met de gemiddelde labrador gaat dat waarschijnlijk niet lukken.

Ehm, dat weten we niet. Maar we denken van niet. Een vis en een neushoorn leven namelijk niet echt in dezelfde omgeving. Maar er zijn zeker voorbeelden van dieren van verschillende soorten die wél samenwerken! Soms toevallig, soms expres. Dat noemen we symbiose. Dit zijn een paar voorbeelden:

Oxpecker vogel en zebra: deze vogels zitten op zebra’s om hun teken op te eten (jakkes). Zo krijgt de vogel voedsel, en is de zebra verlost van zijn teken.

Clownvis en anemoon: ja, een anemoon is een dier, ook al ziet ‘ie eruit als een zee plantje. De anemoon beschermt de clownvis tegen gevaar met zijn giftige tentakels, en in ruil daarvoor eet de clownvis kleine diertjes die de anemoon kunnen schaden en geeft hij de anemoon te eten. Wat, wil je weten? Ehm… zijn drolletjes.

Wolven en raven: het schijnt dat deze twee graag samen jagen. De raven leiden de wolven naar een lekker hapje, en de wolven laten vervolgens restjes over voor de raven om op te smikkelen.

Dinosaurussen leefden tussen de 230 en 65 miljoen jaar geleden. MILJOEN! Dat zijn wel negen nullen. De meeste oma’s en opa’s zijn tussen de 60 en 90 jaar oud. Dus nee. Ze zijn misschien best oud, maar niet zo oud als een dino.

Maar hoe weten we dan wanneer de dino’s leefden? Want zo lang geleden bestonden er nog geen mensen. Dat zit zo:

Om onze aarde zit een korst. Die korst is ontzettend dik en bestaat uit allerlei lagen. Het bovenste laagje is de grond waar je op staat. Hoe dieper je gaat, hoe ouder de lagen zijn die je tegenkomt. Soms komt zo’n oude laag boven en dan vind je de gaafste dingen. Zoals dino botten!

Dino botten worden alleen gevonden in super oude lagen van tussen de 230 en 65 miljoen jaar oud. Daaruit kunnen we opmaken dat ze in die tijd leefden.

Ja en nee. De mens is de enige diersoort die écht taal gebruikt op de manier dat wij dat doen met regels, spelling, door woorden te combineren en ideeën uit te drukken. Wij zijn ook de enige soort die kan praten over dingen in de toekomst of het verleden, over gevoelens of die verhalen kunnen verzinnen. Je zal dus niet snel een panda een boek zien schrijven!

Maar dieren maken toch geluid? Dat is toch ook een soort van praten? Zeker! Er is steeds meer bewijs dat al die geluiden inderdaad een taal vormen en dat ze daarmee met elkaar praten. Dat gaat dan over dingen die in het hier en nu gebeuren. Zo maken apen grapjes, hebben olifanten en dolfijnen allemaal een eigen naam, gaan schildpadden ‘zingen’ als ze uit het ei komen, en trommelen chimpansees op boomwortels om op kilometers afstand aan elkaar te laten weten wat ze aan het doen zijn. Potvissen hebben zelfs een heel alfabet van klikgeluiden!

Wetenschappers proberen met de hulp van AI de dierentaal in kaart te brengen. Hoe mega super leuk zou het zijn als we elkaar ooit kunnen begrijpen!

Vissen moeten net als wij water binnenkrijgen. Maar hóe vissen drinken is wel een stukje anders dan hoe wij dat doen, en hangt ook nog eens af van het soort water waar de vis in leeft.

Zoutwatervissen: het zeewater waar vissen in zwemmen is een stuk zouter dan hun lichaam, waardoor ze voortdurend water verliezen via hun huid en kieuwen. Om uitdroging te voorkomen drinken ze actief zeewater, dat ze ‘ontzouten’ met hun nieren.

Zoetwatervissen: het water in meren en rivieren waar deze vissen in zwemmen is minder zout dan hun lichaam, en daarom hoeven ze niet actief te drinken. Ze krijgen al genoeg binnen door hun kieuwen, en het teveel plassen ze uit. Oftewel: we zwemmen dus is vissen plas, ieeeeuw!!

Dus: zoutwatervissen moeten drinken omdat ze anders dorst krijgen en uitdrogen. Zoetwatervissen drinken niet, bij hen stroomt het water vanzelf naar binnen.

Pardon? Laat een kip dit niet horen! Kippen kunnen namelijk best wel vliegen, alleen niet echt lang. Of hoog. Of ver. Oke, misschien kunnen ze niet heel fantastisch vliegen. Maar hoe komt dat dan? Dat zit zo:

Lichaamsbouw: Kippen hebben een zwaar lichaam en kleine vleugels. Hoe hard ze ook wapperen, die kleine vleugeltjes zullen nooit genoeg power geven om echt lang of hoog te vliegen.

Spieren: kippen hebben spieren voor korte en kleine bewegingen waarmee ze goed kunnen rennen en fladderen. Om te vliegen heb je echter sterke spieren nodig die lang en duurzaam kunnen bewegen. En laten ze die nou net niet hebben…

Ja! Maar daar hebben ze geen last van. Pinguïn voeten hebben namelijk een warmtewisselaar: warm bloed dat uit hun warme lijf via aders naar hun voeten gaat, stroomt vlak langs het koude bloed dat via aders weer omhoog hun lijf in gaat. Doordat de aders met warm en koud bloed zo dicht naast elkaar liggen, verwarmt het warme bloed het koude bloed voordat het terug hun lijf in stroomt. Zo blijft de kou grotendeels in de voeten en verliezen ze niet teveel warmte van hun lijf.

Maar dan hebben ze toch nog steeds koude voeten? Dat klopt. Maar daar zijn ze heel blij mee! Het lichaam van een pinguïn heeft een dikke laag vet en veren, waardoor ze waterdicht zijn en weinig warmte verliezen aan hun omgeving. Daardoor kunnen ze makkelijk oververhit raken. Om af te koelen laten ze warmte ontsnappen via hun (tadaa) voeten. En heb je weleens gezien dat pinguins soms een soort kokhals beweging maken met hun snavels? Dat is ook een trucje om warmte kwijt te raken.

Als ze nou toch een keer een koud voetje hebben, dan tillen ze één voet op om die tegen hun warme buik te houden.

Oef dat is moeilijk te bepalen. Maar er zijn 5 dieren die er ieder op hun eigen manier uitspringen!

Dolfijnen: van alle dieren, kunnen dolfijnen het beste ‘praten’. Ze zijn een van de weinigen die elkaar een naam geven en daar ook nog eens mee begroeten. Ook gebruiken dolfijnen de meeste verschillende geluiden om te ‘praten’. Ook kunnen ze samenwerken, problemen oplossen en zelfs spelletjes verzinnen. Dat is behoorlijk slim!

Kraaien: die zag je niet aankomen hè? De kraai gebruikt stokjes en steentjes om eten te vinden, en past zijn tactiek als dat nodig is om zijn doel te bereiken. Dat laat zien dat het een slim beestje is dat niet maar domweg iets doet.

Olifanten: hebben een geheugen van een… olifant! Ken je die uitdrukking? Die bestaat niet voor niks. Olifanten kunnen namelijk ontzettend goed dingen onthouden. Na vele jaren kunnen ze routes die ze ooit hebben gelopen nog herkennen. Ook leuk: ze herkennen zichzelf in spiegels. Dat lijkt logisch, maar geldt niet voor de meeste dieren.

Octopussen: nog een verrassing in dit lijstje! Octopussen zijn erg goed in doolhoven en puzzels. Wist je niet hè? Dat doen ze door goed te kijken en op te letten als je ze iets voordoet. Ze staan er ook om bekend dat ze meester zijn in ontsnappingen. Ze openen potten, schuiven dingen aan de kant, draaien kranen open en glippen door piepkleine openingen om uit een aquarium te ontsnappen!

Omdat hij van ijsjes houdt! Grapje natuurlijk. Een ijsbeer heet een ijsbeer omdat hij een groot deel van zijn leven doorbrengt op het zee-ijs in het Noordpoolgebied. Het is daar IJSkoud, maar door zijn dikke vacht is dat geen probleem. Op het zee-ijs doet hij zijn dutjes en hij jaagt er op zeehonden (zielig!).